Vijfenveertig

‘Hij is weg!’ riep Lily terwijl ze de deur opendeed. ‘Ach, lieve hemel, hij is gisteren vertrokken!’

Grace keek verbijsterd en zakte toen in elkaar; Florence en Lily vingen haar op voordat ze de grond raakte. Tussen beide vrouwen in werd ze het huis in gevoerd.

‘Zet haar neer,’ dirigeerde Lily. ‘Ik zorg voor thee. Mary!’ Haar dochter kwam binnen, intussen haar handen aan haar schort afvegend. ‘We hebben bezoek. Hebben we iets te eten voor hen?’

‘Ja, mama.’ Het meisje glimlachte toen ze zag wie er waren.

Florence klopte Grace kordaat op haar hand en Lily waaierde haar met een krant frisse lucht toe.

‘Hou op.’ Grace knipperde en ging overeind zitten. ‘Het gaat wel. Hou op.’ Ze keek om zich heen naar Mary Kate en ontdekte dat die ongerust naast haar stoel stond; ze trok het kind op schoot en omhelsde haar.

‘Ik kan het gewoon niet geloven!’ Lily ging zitten.

‘Ik wist wel dat we misschien te laat waren,’ zei Grace uiteindelijk triest. ‘Ik wilde daar gewoon niet aan denken.’

‘Hij wist niet dat jullie kwamen, anders had hij gewacht. Dat weet ik zeker.’ Lily schudde haar hoofd.

‘Het is zijn schuld niet. Hij vroeg me om mee te gaan, maar ik zei nee. Ik zei tegen hem dat ik naar mijn broer in Illinois ging.’

Lily keek haar van terzijde aan. ‘Je zei nee, maar je houdt van hem?’

‘Ik weet niet wat ik voel,’ bekende ze. ‘Ik kan mezelf niet vertrouwen, wat dat betreft. Maar ik was bereid dat te riskeren. Hij heeft Liam, of niet soms? En ik denk dat hij echt van me houdt.’

‘Dat is waar.’ Lily leunde voorover. ‘En hij is dol op die jongen. Op jou ook, Mary Kate. Dat heeft hij zelf gezegd.’

‘Zijn ze nou weg?’ vroeg Mary Kate verbijsterd.

De vrouwen keken elkaar aan.

‘Aye,’ gaf Grace toe, nog altijd niet in staat het volledig te geloven. ‘We zijn hen misgelopen.’

Mary Kates mond viel open en ze barstte in tranen uit. Grace omhelsde haar heftig en worstelde met haar eigen vreselijke teleurstelling.

‘Ach, meisje toch, het spijt me, het spijt me. Het is mijn schuld. Maar we bedenken wel wat. We komen er wel achter wat we moeten doen.’ Ze keek eerst Florence en toen Lily hulpzoekend aan.

‘Ruth,’ riep Lily, en het verlegen meisje dat Grace zich herinnerde, kwam tevoorschijn. ‘We hebben Mary Kate op bezoek. Neem haar mee naar de keuken, wil je, en laat haar de mama-hond zien.’

Mary Kate hief haar betraande gezichtje op zodra er over een hond gepraat werd. Ze liet zich van haar moeders schoot weglokken en stond het meisje toe haar bij de hand te nemen en uit de kamer te leiden.

‘Wat moeten we nou doen?’ vroeg Grace ontmoedigd. ‘Ik kan niet alleen naar San Francisco gaan en ik kan niet terug naar de stad. Ik heb geen idee waar Illinois ligt of hoe ik mijn broer kan vinden als ik daar terechtkom.’ Ze moest er zelf bijna om lachen, zo hopeloos klonk het.

‘Je kunt hier blijven,’ bood Lily aan. ‘Je kunt een tijdje bij ons logeren. We kunnen plaats maken.’

Grace beet op haar lip. ‘Kan ik werken voor de kost? Is er werk?’

‘Een heleboel.’ Lily werd enthousiast. ‘We hebben bars en winkels, fabrieken, huishoudelijk werk… Een heleboel dingen die je kunt doen. Je kunt zelfs bij Jakob en mij werken als je niets tegen vis hebt. De zaken gaan heel goed hier! Ik kan het hem vragen.’

‘Dat is geen slecht idee.’ Florence knikte. ‘Dan hoef je niet meteen te beslissen. De Ogues zullen het je laten weten als ze bericht krijgen van Sean’ – Grace hoorde een beetje verdriet in haar stem toen ze de naam van haar broer noemde – ‘en Peter zal schrijven zodra hij in San Francisco aankomt. Je kunt even de tijd nemen, weet je,’ voegde ze er vriendelijk aan toe. ‘Een tijdje in vrede leven en uitrusten. Je bent al zo ver gekomen.’

Grace pakte haar hand en dacht daar over na.

Ze bleven tot laat in de avond zitten, deze vrouwen die uiterlijk zulke verschillende levens leidden, maar innerlijk veel op elkaar leken – elk van hen had bemind en verloren en ging dapper door omdat ze begreep dat het leven bij ieder keerpunt opnieuw begint.

Toen het donker was, stak Lily de lampen aan en bracht Grace naar de kamer van haar dochters, de kamer die ze graag wilden delen met de Ierse vriendin van hun moeder, de vrouw van wie de kapitein hield.

‘Het komt allemaal goed,’ troostte Lily haar. ‘Een heleboel mensen houden van je, Grace. Ze bidden voor je, op dit moment.’

Graces ogen vulden zich met tranen; Lily zette de lamp neer en sloeg haar sterke arm om die dappere schouders. ‘Slaap jij maar. Als de morgen komt, weet je wat je moet doen.’

Grace bedankte haar, gaf haar een kus en kroop in bed om op Mary Kate te wachten. Die kwam even later binnen springen met gewassen handen en gezicht en gevlochten haar. Een van Ruths nachtjaponnen slobberde met opgerolde mouwen om haar lijfje.

‘Hoe gaat het met jou?’ fluisterde Grace.

‘Goed.’ Mary Kate kroop gezellig dicht naast haar. ‘Ze hebben puppies.’

‘Zijn ze leuk?’

‘O, aye,’ zuchtte het meisje. ‘Ruth zegt dat ik er een mag hebben, maar ik heb nee gezegd.’

‘Wil je dan geen puppy?’ Grace streek een paar losse lokken glad en rook haar kindergeur.

‘Aye.’ Mary Kate keerde zich om en keek haar moeder in het donker aan. ‘Maar waar wonen we nou?’

Grace voelde dat haar hart zich omdraaide; ze vroeg zich af wat ze tegen dit kind, dat al zo ver gereisd had, moest zeggen.

‘Herinner jij je ons huis in Ierland nog?’

‘Het was groot,’ fluisterde Mary Kate. ‘Maar ik vond grampa’s huis leuker.’

‘Aye.’ Grace zag de hut duidelijk voor zich. ‘Daar was het beter.’

‘Waarom gingen we weg?’ Mary Kate volgde met haar vingertje de kaaklijn van haar moeder.

‘Er was geen werk en geen eten voor ons,’ vertelde Grace haar. ‘We zijn hierheen gekomen om een nieuw leven te vinden.’

‘En hebben we dat gevonden?’

Grace dacht daar over na. ‘Dat denk ik wel. Bijna.’ Peters gezicht kwam haar voor de geest en ze glimlachte. ‘Mary Kate,’ fluisterde ze, ‘we zijn al eens naar het westen gegaan, jij en ik. Zullen we nog een keer naar het westen gaan?’

‘Wat zegt God?’ vroeg Mary Kate slaperig.

‘Ik heb het Hem nog niet gevraagd,’ gaf haar moeder toe. ‘Nou, slaap lekker, agra.’

Mary Kate sliep ogenblikkelijk in, maar Grace lag de hele nacht wakker en zag het maanlicht centimeter voor centimeter van de ene hoek naar de andere glijden. Uren gingen voorbij; uiteindelijk liet ze zichzelf uit bed glijden, kleedde zich snel aan, sloop de trap af en de voordeur uit om de frisse, winderige lucht in te stappen in de vriendelijke duisternis die aan de zonsopgang voorafgaat.

Ze wandelde naar de haven. Het voelde goed om haar benen te strekken en alleen te wandelen. Bij elke stap die ze nam, werd haar hoofd helderder. Eindelijk kwam ze bij de kade en zocht voorzichtig de weg naar het eind van een van de steigers, zo ver als ze kon. Toen stond ze stil en tuurde naar de horizon waar de zon juist tevoorschijn begon te komen. Het oosten, ze keek naar het oosten – naar Ierland en alles wat ze daar achtergelaten had.

Welke kant op? vroeg ze ten slotte. Op dat moment kwam de zon helemaal boven de horizon uit en verspreidde haar licht vrijmoedig over het water om de wereld te verlichten. Ze ging omhoog door de hemel – Grace keek naar die zelfverzekerde opgang – en als ze de hele dag zou blijven kijken, zou de zon haar gezicht van het oosten naar het westen richten: naar alles wat voor haar lag, alles wat nog komen zou.

Ze haalde diep adem, en nog eens; de schone, zilte lucht vulde haar longen en maakte haar sterk. Ze draaide zich om en wandelde de steiger weer op, over de kade, helemaal naar huis, met lange, zekere stappen. De zon scheen en de wind blies in haar rug. Ze duwde het hek open en stapte het pad op, opende de deur en luisterde. Nu waren ze allemaal wakker en zaten in de keuken te kletsen. Toen ze bij hen binnenkwam, stopten ze daarmee en keken vol verwachting op.

Mary Kate ging op haar stoel staan en beet op haar lip. ‘Jay is er!’ kondigde ze aan terwijl Livingston van tafel opstond; zijn haar en kleding stonden stijf van het stof van de zware, snelle rit.

‘Deze zat in Seans tas.’ Hij hield een gehavende brief omhoog. ‘Hij is voor jou, Grace; van Julia Martin.’

Grace kon er alleen maar verbijsterd naar kijken.

‘Ik heb hem gelezen,’ zei Jay vriendelijk, terwijl hij naar voren stapte en de brief in haar hand legde. ‘Hij leeft nog, jouw zoon. Hij is bij haar.’

‘Echt waar.’ Florence raakte Graces arm aan.

Lily knikte met stralende ogen en Mary’s hand in de hare.

Grace trok de velletjes uit de envelop en las ze, klemde ze aan haar hart, keek verbaasd naar de gezichten vóór haar en zocht het dierbaarste – van het meisje dat haar armpjes al naar haar uitstrekte. Ze tilde haar dochtertje met een zwaai op en hield haar stevig vast.

‘Hij leeft nog,’ fluisterde ze. ‘Je broertje leeft nog.’

‘Ik ben zo snel gekomen als ik maar kon.’ Jay grinnikte vermoeid. ‘God zij dank dat je hier nog was.’

‘Aye.’ Grace knikte vol verwondering.

‘Hoera!’ riep Mary Kate uit terwijl ze haar handjes in de lucht stak, en iedereen juichte met haar mee.

Grace schoot in de lach en keek neer op dat lieve, stralende gezichtje; ze overdekte het met kussen en lachte opnieuw en danste met haar dochter in haar armen de kamer rond, met de anderen achter zich aan. De hele stoet ging de deur uit, het trapje af, het gras over naar het midden van de prachtige tuin waar bloemen de lucht vervulden met hun zoete geur en vogels de vreugde van het leven verkondigden, waar de zon op hen allen neerscheen. Dit was werkelijk een nieuwe dag!

Afscheid van Ierland
Moore Afscheid van Ierland-voorwerk.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-1.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-2.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-3.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-4.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-5.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-6.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-7.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-8.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-9.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-10.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-11.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-12.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-13.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-14.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-15.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-16.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-17.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-18.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-19.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-20.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-21.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-22.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-23.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-24.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-25.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-26.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-27.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-28.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-29.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-30.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-31.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-32.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-33.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-34.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-35.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-36.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-37.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-38.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-39.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-40.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-41.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-42.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-43.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-44.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-45.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-46.xhtml